Terug

Rijnsburg tijdens de Meidagen

Ook in Rijnsburg zijn de laagvliegende vliegtuigen niet onopgemerkt gebleven. Machinegeweren knetteren in de verte en boven het vliegveld Valkenburg zijn grote rookwolken te zien. Het hele dorp is meteen in rep en roer. In de Kerkstraat is het een drukte van jewelste, mensen rennen door elkaar en soldaten schieten in het wilde weg op de vliegtuigen die overkomen.

De burgerwacht

De mannen van de Rijnsburgse burgerwacht hebben hun geweren gehaald uit het gebouw van de gemeentewerken en staan buiten op de stoep ook op de vliegtuigen te schieten. Hier wordt door burgemeester Höweler gauw een stokje voor gestoken met de mededeling dat burgers zich niet in de oorlogshandelingen mogen mengen.

Tijdens de Mobilisatie is er een onderdeel van de bereden artillerie in het dorp gestationeerd onder leiding van Kapitein Tonnet. Het hoofdkwartier bevindt zich in de Hofstraat, de paarden vinden een onderkomen in de veilinggebouwen van Bloemenlust en de manschappen zijn ondergebracht in de Emmaschool en de Julianaschool. De laatstgenoemde zou later in de oorlog op last van de Duitse bezetter haar naam verliezen.

De eerste doden en gewonden worden binnengebracht

De gesneuvelden worden opgebaard in de Vlietschool.

De gesneuvelden worden opgebaard in de Vlietschool. Genootschap Oud Rijnsburg

Dr. Van der Laan aarzelt geen moment en zegt tegen zijn vrouw dat hij onmiddellijk een noodhospitaal in gaat richten en begeeft zich naar de Openbare School in de Kerkstraat. De leden van de plaatselijke EHBO vereniging die hij in de winter van ’39-’40 had opgericht worden gevraagd om met spoed naar de Openbare school in de Kerkstraat te komen. Mevrouw Van der Laan zorgt haastig voor zo veel mogelijk beddengoed. Er worden witte armbanden met een rood kruis uitgedeeld en kort daarna dienen zich al de eerste doden en gewonden bij het noodhospitaal aan. Een dode Duitse parachutist en Nederlandse luitenant die bij de Sandtlaanbrug een kogel in het hoofd heeft gekregen. Naar mate de dag vordert wordt de stroom groter en de verwondingen erger, met als gevolg dat enkele vrouwelijke EHBO leden het niet meer aan kunnen en het voor gezien houden. Dit tot groot ongenoegen van Dr. Van der Laan. De doden worden door vrijwilligers naar de Vlietschool achter het weeshuis aan de Vliet gebracht. Alwaar zich in een omgebouwd klaslokaal het plaatselijke rouwcentrum bevindt. Nu wachten Hollanders en Duitsers daar zij aan zij op hun laatste rustplaats.

Op strozakken

Op 11 mei liggen de twee lokalen van de Openbare School vol met gewonden die bij gebrek aan bedden het met strozakken moeten doen. Inmiddels worden er in de oude Raadzaal die grenst aan de Openbare School ook gewonden opgevangen. In de dagen die volgen proberen gewonden met bootjes uit Valkenburg over de Oude Rijn naar Rijnsburg te ontsnappen. Tevens loopt er iedere avond een Hollandse patrouille over de Valkenburgerweg op zoek naar gewonden. Die worden onder andere met paard wagen naar het noodhospitaal in de Kerkstraat gebracht. De doden zijn bedekt met groene dekens.

Met militaire eer

Lt. Lodewijk Möller.

Lt. Lodewijk Möller. E. Wolthaus

Op maandag 13 Mei krijgt Dr. Van der Laan eindelijk medische versterking in de vorm van twee militaire collega’s die hem tot de capitulatie bijstaan. Na de laatste oorlogsdag worden er op 14 Mei in totaal 14 Hollandse militairen bijgezet op het kerkhof naast de NH kerk. Dit gebeurd om zes uur s’avonds onder grote publieke belangstelling. In de Kerkstraat wordt een touw gespannen tussen het hek van het burgemeestershuis en Huize Heruma om de nieuwsgierige omstanders op afstand te houden. Om zes uur beginnen de klokken te luiden en komen er mensen uit de Openbare School. Een voor een worden door hen de gesneuvelde soldaten in witte kisten naar het NH kerkhof gebracht. Onder hen zijn dienstplichtig soldaat Adrianus Hersbach en luitenant Lodewijk Möller die samen met enkele van zijn manschappen wordt begraven. Möller was een voormalig student rechtsgeleerdheid aan de Rooms Katholieke Universiteit te Nijmegen (1932 – 1938), en had de rang van Eerste Luitenant der Infanterie toen hij sneuvelde op 10 mei bij de verdediging van het vliegveld. Hij had de avond van te voren nog verzocht om het commando over de reserve te krijgen, maar moest alsnog zijn beurt als wachtcommandant maken. Hij wordt door mitrailleurvuur vanuit een overvliegend Duits gevechtstoestel dodelijk getroffen. Möller wordt door zijn familie op 31 mei 1940 herbegraven op het RK kerkhof in Tilburg, maar Hersbach rust tot vandaag de dag als enige militair nog steeds naast de NH kerk in Rijnsburg. Het niet thuishalen van gesneuvelde soldaten kon verschillende redenen hebben, de familie had niet de middelen om een herbegrafenis te kunnen financieren of er was na de oorlog gewoonweg geen familie meer.

Het lot van enkele Rijnsburgse dienstplichtigen

Uit het eigen dorp is ook een gesneuvelde te betreuren, het is dienstplichtig soldaat Dirk van Delft van het onderdeel 2-II-4RI onder Kapitein Sjouke. Ingekwartierd in een school in Noordwijk zijn zij zojuist in alle vroegte in Katwijk aan de Rijn aangekomen om deel te nemen aan de aanval op het vliegveld. Nog voordat er door hen een schot gelost is wordt Dirk in het hoofd getroffen door een verdwaalde kogel. Zijn lichaam wordt naar het baarhuisje begraafplaats aan de Sandtlaan in Rijnsburg. Zijn naam wordt later ook vermeld op het oorlogsmonument bij de NH kerk.

Een dorpsgenoot met meer geluk is dienstplichtig soldaat Theo de Haas. Van oorsprong van buitenaf maar voor de oorlog getrouwd met een Rijnsburgs meisje. Zijn onderdeel III MC 4-RI wordt ingezet bij de eerste tegenaanval op het vliegveld Valkenburg. Als men vervolgens op de Zanderij in gevecht raakt met de gelande Duitse troepen wordt hij getroffen door een mortierscherf en moet een oog missen. In later leven zal deze oorlogswond hem nog parten spelen en dreigt hij hierdoor zelfs zijn baan te verliezen. Echter door tussenkomst van een voormalig officier van het Nederlandse leger die voor hem in de bres springt weet hij zijn baan te behouden. Hij blijft de rest van zijn leven in Rijnsburg wonen, komt overlijden in 2003 en bereikt de gezegende leeftijd van 88 jaar Gelukkig zijn er ook Rijnsburgers die er zonder een schrammetje vanaf komen. Rob van Vreedendaal, die voor de oorlog de bakkerij van Van Delft aan de Vliet overgenomen heeft, is slechts kort onder de wapenen geweest. Zijn vrouw Wimke zat samen met twee jonge kinderen thuis en wachtte in grote spanning op nieuws van Rob die tijdens zijn mobilisatieperiode gelegerd was in Noordwijk in de bevoorrading. Hij krijgt uiteindelijk vrijstelling omdat hij in de zaak niet gemist kan worden. Na zes weken zat zijn mobilisatietijd er al op, zodat hij de meidagen thuis doorbrengt.

Er moet een monument komen

Het graf van Adrianus Hersbach naast de NH Kerk in Rijnsburg.

Het graf van Adrianus Hersbach naast de NH Kerk in Rijnsburg. E. Wolthaus

In 1946 werd er spontaan een comité gevormd waarin mensen uit de bevolking, de illegaliteit en de gemeenteraad plaatsnamen. Als voorzitter werd Dr. van der Laan aangesteld. Dit comité had tot doel een groot bevrijdingsfeest te organiseren en het oprichten van een monument voor de Rijnsburgse oorlogsslachtoffers. De kosten hiervoor werden geraamd op 10.000 gulden. Na veel discussie over het ontwerp werd tenslotte de definitieve keuze voorgelegd aan de Commissie van advies voor de oorlogs en vredesgedenktekens. Na goedkeuring kon de werving van fondsen beginnen. Er werd een toneelavond georganiseerd en onder de Rijnsburgse bevolking gecollecteerd. Het resterende deel van het bedrag werd door de gemeente Rijnsburg zelf bekostigd.

Op 4 Mei 1949 wordt voorafgaand aan de dodenherdenking bij de Grote Kerk het momument onthuld wat moet herinneren aan de Rijnsburgse oorlogsslachtoffers. Het bestaat uit een gedenkmuur van handvormsteen. Op de muur zijn twee gedenkplaten aangebracht. Op de eerste plaat van Maulbrunner zandsteen is in reliëf een staande Davidfiguur met zwaard aangebracht. De tweede plaat is uitgevoerd in rood graniet. De muur is ontworpen door Bernhard Buurman en het reliëf is van de hand van Prof. L.O. Wenckebach. Deze laatste is tevens de ontwerper van het monument “De Leeuw” in Katwijk aan Zee. Achter het monument werd een loden koker in de muur gemetseld met daarin de namen van het comité en de verzetsmensen. Naast burgemeester G. Hermans en dienstplichtig soldaat Dirk van Delft worden er ook de namen van de overige Rijnsburgers op vermeldt die vielen door het oorlogsgeweld.

Jan van der Meij Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook